Ontdek hoe je met lasergraveren cadeaus, signage en merkartikelen persoonlijk en professioneel maakt. Deze blog legt uit wat er gebeurt in het brandpunt, welke materialen werken (van hout, acryl en geanodiseerd aluminium tot RVS en glas) en wanneer je kiest voor CO2-, fiber- of diodelasers. Met praktische tips voor instellingen (vermogen/snelheid, DPI, focus), workflow en testkaarten behaal je strak resultaat, terwijl je met goede afzuiging, materiaalcheck (geen PVC) en oogbescherming veilig werkt.

Wat is lasergraveren en hoe werkt het
Lasergraveren is het met een geconcentreerde lichtstraal permanent aanbrengen van tekst, logo’s of patronen in of op materiaal. Je laser focust een bundel tot een minuscuul brandpunt, waar de energie zo hoog is dat het oppervlak plaatselijk verbrandt, smelt, verkleurt of verdampt. Zo ontstaat een scherpe, duurzame markering zonder fysiek contact. In de praktijk stuur je de bundel via software als raster (zoals een printer, lijn voor lijn) of als vector (langs contouren), afhankelijk van je ontwerp. Met de juiste instellingen bepaal je het resultaat: vermogen en snelheid regelen de diepte en contrast, DPI/LPI en lijnafstand beïnvloeden detail, en focusafstand zorgt dat de straal precies op het materiaal werkt.
Verschillende materialen reageren anders: hout en leer verkolen voor donker contrast, acryl smelt netjes en wordt strak wit of helder, geanodiseerd aluminium verliest de bovenlaag voor helder wit, staal kan verkleuren of verdiept gegraveerd worden (met name met een fiberlaser), en glas krijgt fijne microbreukjes die mat wit ogen. Er bestaan verschillende machines voor laser graveren: CO2 is ideaal voor organische materialen en kunststoffen, fiber is sterk in metalen en technische kunststoffen, en diode is compact voor lichte toepassingen. Ook belangrijk: een goede afzuiging voor rook en dampen en een korte test op reststukjes om je instellingen te finetunen voordat je het echte werkstuk gravet.
Zo werkt lasergraveren: basisprincipes en processen
Bij lasergraveren stuur je via software een geconcentreerde lichtbundel naar een minuscuul brandpunt op het materiaal. De geabsorbeerde energie wordt warmte, waardoor de toplaag verdampt (ablatie), smelt of verkleurt en zo een permanente markering ontstaat. Je kunt rasteren (lijn voor lijn voor foto’s en vullingen) of vectoren (langs contouren voor teksten en outlines). Cruciale instellingen zijn vermogen, snelheid, focusafstand, pulsfreqentie (bij pulslasers) en lijnafstand/DPI.
CO2-lasers werken sterk op hout, leer en acryl, terwijl fiberlasers door hun andere golflengte uitblinken op metalen en technische kunststoffen. Een geschikte lens bepaalt je spotgrootte en dus detailniveau. Lucht- of gasassistent voert rook en resten af en geeft strakkere randen. Voor consistente resultaten maak je eerst testvakken, kalibreer je de focus en pas je parameters aan per materiaal en gewenste diepte of contrast.
Pluspunten en beperkingen
Lasergraveren biedt je hoge precisie, scherpe details en herhaalbare resultaten zonder het werkstuk aan te raken, waardoor delicate onderdelen en kleine teksten strak lukken. Je personaliseert snel en flexibel, vaak zonder nabewerking, en het werkt op veel materialen, van hout en leer tot acryl, geanodiseerd aluminium en RVS. Tegelijk zijn er grenzen: kleur is meestal beperkt tot contrast, met uitzonderingen zoals anodiseren of temperkleuren op staal. Niet elk materiaal is geschikt; PVC en sommige kunststoffen produceren gevaarlijke dampen, dus goede afzuiging is verplicht.
Transparante of sterk reflecterende oppervlakken vragen de juiste laserbron of voorbehandeling. Diepte en snelheid hangen af van vermogen en werkgebied, waardoor diepe gravures of grote vlakken meer tijd kosten. Je houdt ook rekening met mogelijke verkleuring of brandplekken op organische materialen en met de initiële investering en onderhoud.
[TIP] Tip: Test op restmateriaal; pas snelheid en vermogen per materiaal aan.

Toepassingen en materialen
Lasergraveren opent een breed scala aan toepassingen: je personaliseert cadeaus en trofeeën, maakt strakke frontpanelen en naamplaatjes, voegt serienummers, QR- of datamatrixcodes toe voor traceerbaarheid, en realiseert prototypes en signage met professioneel ogende details. Materialen reageren verschillend en bepalen je aanpak. Hout, bamboe en leer verkolen voor een warm, donker contrast; papier, karton en kurk graveren snel en schoon; rubber is ideaal voor stempels. Acryl (PMMA) smelt gecontroleerd en levert scherpe, heldere of matte resultaten, perfect voor displays. Metalen vragen de juiste laser en instellingen: geanodiseerd aluminium geeft helder wit, RVS en staal kun je met een fiberlaser verdiept graveren of temperkleuren, terwijl messing en koper meer vermogen of een markeerspray nodig hebben.
Glas en kristal krijgen fijne microfracturen die mat wit ogen, en steen, leisteen, graniet en keramiek leveren een duurzaam, contrastrijk effect. Bij laser graveren let je op veiligheid en materiaalkeuze: vermijd PVC en twijfelachtige kunststoffen vanwege schadelijke dampen, zorg voor goede afzuiging en test per materiaal om het gewenste detail, contrast en diepte te halen.
Laser graveren van hout, leer en kunststoffen (acryl)
Hout graveer je met relatief laag vermogen en hogere snelheid voor schoon contrast; zachte soorten (berken, populier) verkolen sneller dan harde (beuken, esdoorn). Plak schilderstape als masker om roet te beperken, gebruik air assist en let op de nerfrichting om ongelijkmatige schaduwen te vermijden. Leer geeft het mooiste resultaat met plantaardig gelooid materiaal; chroomgelooid leer kan schadelijke dampen en kleurafwijkingen geven, dus graveer voorzichtig en ventileer goed.
Acryl vraagt een andere aanpak: gegoten acryl wordt fraai matwit bij laser graveren, geëxtrudeerd acryl smelt sneller en kan randen laten vloeien. Graveer foto’s rond 300-400 DPI, houd de focus strak en verwijder de beschermfolie pas na afloop. Voor heldere plaques werkt achterkant-graveren (spiegelen) prachtig, en verwissel PVC nooit met acryl.
Metalen en geanodiseerd aluminium
Bij laser graveren van metalen speelt de laserbron een grote rol. Geanodiseerd aluminium markeer je strak en helder wit door met lage power en hoge snelheid de kleurstof in de anodisatielaag te bleken, zonder die laag volledig weg te branden; dat werkt met zowel CO2 als fiber. Op blanke metalen kies je idealiter een fiber- of MOPA-fiberlaser (1064 nm). Voor RVS kun je twee richtingen op: annealen voor donkere of zelfs gekleurde tempermarkeringen zonder materiaalverlies, of verdiept graveren met meerdere passes voor blijvende diepte.
Aluminium en messing vragen vaak lagere frequentie en hogere pulsenergie voor scherp relief. Werkstukken ontvet je eerst, fixeer je vlak en koel je tussen passes om verkleuring te beperken. Met CO2 kun je RVS markeren via markeerspray, maar een fiber geeft het meest duurzame resultaat.
Glas, steen en keramiek
Bij glas ontstaat de markering door microscheurtjes die mat wit ogen; je voorkomt schilfers door met lage power, hogere snelheid en lage tot middellage DPI te werken, licht te defocussen of een dunne natte laag (afwasmiddel of vochtig papier) aan te brengen. Voor cilindrisch glas gebruik je een rotary zodat je overal dezelfde scherpte houdt. Bij steen graveren leisteen, graniet en marmer elk anders: leisteen geeft hoog contrast, graniet wordt gespikkeld lichtgrijs en marmer schuimt licht op.
Je krijgt strakke randen met goede air assist en meerdere lichte passes. Keramiek en geglazuurde tegels laser graveer je in de glazuurlaag; markeerspray kan extra zwart contrast geven. Let steeds op thermische spanning, koel tussen passes en test je instellingen voordat je echt gaat laser graveren.
[TIP] Tip: Graveer eerst een testkaart op elk materiaal; noteer optimale instellingen.

Van ontwerp tot resultaat: je workflow instellen
Een strakke workflow voor lasergraveren begint bij je ontwerp: kies vector voor tekst, logo’s en contouren, en raster voor foto’s of vullingen. Werk met zuivere lijnen, voldoende contrast en correcte schaal, en zet lettertypes om naar paden om verrassingen te voorkomen. Exporteer in een geschikt formaat en bepaal in je software of je grayscale omzet naar dithering of power mapping, afhankelijk van het materiaal. Richt je werkgebied in met een nulpunt, een mal of camera-alignment zodat je positie altijd klopt. Vervolgens stel je parameters af: vermogen en snelheid voor diepte en contrast, DPI/LPI en lijnafstand voor detail, focusafstand voor maximale scherpte, pulsfreqentie of duty-cycle bij pulslasers, en het aantal passes om hitte te spreiden.
Maak een testkaart per materiaal en bouw een materiaalbibliotheek zodat je instellingen reproduceerbaar zijn. Zet air assist en afzuiging goed in voor schonere randen, gebruik tijdelijk masker waar nodig en check overscan en acceleratie om randartefacten te vermijden. Tot slot reinig, beoordeel en pas zonodig je instellingen aan voor de definitieve run.
Bestandsformaten en ontwerpregels (vector VS raster)
Voor lasergraveren kies je vector voor strakke lijnen, kleine teksten en contourdetails, en raster voor foto’s, vullingen en texturen. Vectorbestanden (SVG, AI, PDF of DXF) houden paden scherp op elke schaal; zorg voor gesloten vormen, samengevoegde overlappen en zet alle tekst om naar paden. Rasterbestanden (PNG, TIFF, bij voorkeur niet-gecomprimeerd) bereid je op ware afmeting voor met 300-600 ppi, hoog contrast en geen JPEG-artefacten. Werk in RGB om onverwachte kleurmapping te voorkomen en gebruik zwart-wit of grayscale waarbij zwart maximale power en wit minimale power aanstuurt.
Houd rekening met de spotgrootte van je laser: details kleiner dan de spot vallen weg. In de driver koppel je DPI/LPI aan je materiaal; kies een waarde die detail geeft zonder oververhitting of banding. Verwijder verborgen lagen en stel je canvas gelijk aan je werkgebied voor voorspelbare positionering.
Instellingen finetunen met testkaart: vermogen, snelheid, DPI en focus
Met een testkaart stem je je laser snel af op een nieuw materiaal. Maak een raster waarin vermogen en snelheid per vakje variëren, en noteer bij elk vakje de waarden. Je let op contrast, randkwaliteit, diepte en eventuele verkleuring of smelt. Voeg een focusramp toe: een schuine strook waarmee je in één run ziet bij welke focusafstand de gravure het scherpst is. Test ook verschillende DPI/LPI-instellingen; hoger is niet altijd beter, want te veel overlap veroorzaakt hitteopbouw, banding en wazige details.
Houd de luchtstroom en masking constant zodat je resultaten vergelijkbaar blijven. Kies de “sweet spot” en sla die instellingen op in je materiaalbibliotheek, zodat je bij herhaalwerk meteen dezelfde kwaliteit haalt en sneller kunt laser graveren zonder extra proefruns.
Veelgemaakte fouten en hoe je ze voorkomt
De meeste problemen bij lasergraveren komen niet door de machine, maar door instellingen en voorbereiding. Met deze quick checks voorkom je uitgebrande of fletse resultaten.
- Basisinstellingen op orde: te veel vermogen of te lage snelheid geeft brandplekken en wazige details; te weinig vermogen levert flets resultaat. Maak altijd een testkaart per materiaal en finetune vermogen, snelheid en DPI (kies een DPI die past bij je spotgrootte om hitteopbouw en banding te voorkomen).
- Scherpe focus en schone optiek: verkeerde focus is een klassieker. Controleer focusafstand, zorg dat het werkstuk vlak ligt en reinig lens/spiegels voordat je start; een kleine misfocus vergroot je spot en kost detail.
- Voorbereiding, fixatie en veiligheid: zet tekst/lettertypes om naar paden, reinig en ontvet het oppervlak voor egaal contrast, klem of tape het werkstuk vast tegen verschuiven. Gebruik air assist en goede afzuiging, plan je positie met een mal of camera en doe een proefrun op restmateriaal. Graveer nooit PVC of onbekende kunststoffen.
Volg je deze stappen consequent, dan wordt je resultaat voorspelbaar en strak. Maak er een vaste checklist van in je workflow.
[TIP] Tip: Gebruik kleurcodering voor lagen; koppel vaste snelheid, vermogen en passes.

Kies de juiste lasergraveermachine en werk veilig
De juiste machine kies je op basis van wat je wilt laser graveren en hoe vaak je dat doet. Voor hout, leer, papier en acryl is een CO2-laser de beste allrounder; voor metalen en technisch kunststof blinkt een fiber- of MOPA-fiber uit; een diode is compact en budgetvriendelijk voor lichte klussen. Let op vermogen (voor snelheid en diepte), werkgebied en opties zoals doorvoer, rotary voor cilindrisch werk, autofocus, camera-alignment en betrouwbare air assist. Goede koeling (water of geïntegreerd) verlengt de levensduur, en een degelijk frame en lineaire geleidingen houden je gravures strak. Veilig werken is niet optioneel: zorg voor sterke afzuiging met passende filters, graveer nooit PVC of onbekende kunststoffen, en draag een geschikte bril bij open-frame systemen; een gesloten behuizing met interlock is nog beter.
Laat de machine niet onbeheerd draaien, houd een brandblusser paraat en controleer materiaal vlakheid en klemming. Reinig lenzen en spiegels, ververs filters en log je instellingen per materiaal om reproduceerbare kwaliteit te krijgen. Kijk ook naar service, onderdelen en garantie, zodat je investering rendeert en je consistent veilig, snel en met topkwaliteit kunt laser graveren.
Machinekeuze: CO2, fiber of diode
Welke lasermachine kies je voor lasergraveren? Onderstaande tabel vergelijkt CO2-, fiber- en diodelasers op golflengte, geschikte materialen, prestaties en praktische voor-/nadelen.
| Type laser | Golflengte & bron | Materialen (graveren/snijden) | Praktijk: snelheid, kosten & beperkingen |
|---|---|---|---|
| CO2-laser | 10,6 µm; CO2-buis (typisch 40-150 W) | Graveren: hout, leer, rubber, glas/steen (oppervlakte). Snijden: hout, acryl (ook helder), karton, leer. Markeren op geanodiseerd/gelakt metaal. | Snel en veelzijdig op organische materialen; fijne details mogelijk. Kan geen blank metaal graveren zonder additief. Kosten: middel-hoog; buis slijt (levensduur in duizenden uren), koeling en afzuiging vereist. |
| Fiberlaser | 1064 nm (1,06 µm); gepulste fiberbron (20-100 W) | Metalen graveren/markeren (RVS, staal, aluminium, messing, titanium), geanodiseerd aluminium; contrastmarkering op veel kunststoffen. Niet geschikt voor hout, glas of helder acryl; metaal snijden vereist veel hogere vermogens. | Zeer snel met hoge precisie en kleine spot op metaal; diepgraveren mogelijk. Beperkt tot metaal/kunststofmarkering. Kosten: hoog; lage onderhoudsbehoefte, lange bronlevensduur (rond 100.000 uur). |
| Diodelaser | 445-455 nm; blauwe diodes (ca. 5-20 W optisch, modules hoger) | Graveren: hout, leer, papier, sommige kunststoffen; markeert geanodiseerd aluminium. Snijdt dun hout en donker/zwart acryl; kan geen helder acryl snijden; glas en blank metaal alleen met coating/pasta. | Betaalbaar en compact; langzamer en minder vermogen, grotere spot dan CO2/fiber. Vaak open-frame: extra aandacht voor afscherming/afzuiging. Lage instapkosten, weinig onderhoud. |
Kort advies: kies CO2 voor hout/leer/acryl, fiber voor metalen en diode voor budgetvriendelijke, lichte gravures; in alle gevallen blijven goede afzuiging en passende oogbescherming essentieel.
Welke laser je kiest hangt af van materiaal, volume, detailniveau en budget. Een CO2-laser (10,6 µm) is de allrounder voor hout, leer, papier en acryl, en kan geanodiseerd aluminium helder markeren; denk aan 40-100 W voor vlot werken, met waterkoeling, spiegels en uitlijning als onderhoudspunten. Een fiber- of MOPA-fiber (1064 nm, 20-100 W) is ideaal voor RVS, staal, aluminium, messing en technische kunststoffen; hij is snel, levert diepe of geannealde markeringen en vergt weinig onderhoud, vooral in galvo-uitvoering met kleiner werkgebied.
Een diode (±450 nm, 5-20 W optisch) is betaalbaar en compact voor hout, leer en geverfde/coated metalen, maar heeft moeite met helder acryl en blank metaal. Let ook op werkgebied, afzuiging, behuizing, bril, rotary, camera en service.
Werkveiligheid: afzuiging, beschermbril en materiaalkeuze
Veilig laser graveren begint met goede afzuiging: voer rook en fijnstof direct af en gebruik filters met HEPA en actief kool om schadelijke deeltjes en dampen te verwijderen, bij voorkeur met luchtafvoer naar buiten. Bescherm je ogen met een gecertificeerde bril met de juiste optische dichtheid (OD) voor jouw golflengte; bij open-frame CO2-, fiber- of diode-machines is dat onmisbaar, want reflecties zijn verraderlijk. Kies je materialen bewust: vermijd PVC/vinyl en fluorpolymeren (zoals PTFE) vanwege corrosieve of giftige dampen, en graveer geen onbekende kunststoffen zonder duidelijke materiaalcode.
Poedercoatings en lijmlagen kunnen extra rook geven, dus ventileer extra en test klein. Laat de machine nooit onbeheerd draaien, gebruik air assist om vlammetjes te beperken, klem je werkstuk, en houd een blusdeken of brandblusser binnen handbereik.
Onderhoud, kosten en betrouwbaarheid
Een betrouwbare lasergraveeropstelling begint bij consequent onderhoud. Reinig lenzen en spiegels tijdig, controleer uitlijning, houd rails en riemen vrij van stof en ververs filters voordat de luchtstroom inzakt. Let op koeling: vervang koelwater of onderhoud de chiller en monitor de temperatuur om levensduur te verlengen. Reken op periodieke kosten voor verbruiksdelen zoals filters, lenzen en eventueel een CO2-laserbuis; fiberbronnen hebben doorgaans minder onderhoud maar onderdelen en service kunnen duurder zijn.
De totale kosten hangen ook af van stroomverbruik, afzuiging en stilstand. Betrouwbaarheid groeit met een stijf frame, degelijke geleidingen, stabiele voeding en consistente laseroutput. Werk met een onderhoudslogboek, houd kritieke spare parts op voorraad en plan preventief, zodat je kwaliteit én uptime hoog blijven.
Veelgestelde vragen over lasergraveren
Wat is het belangrijkste om te weten over lasergraveren?
Lasergraveren gebruikt een gefocusseerde laserstraal om materiaal te verdampen of verkolen en zo permanente markeringen te maken. Kies per materiaal en machine (CO2, fiber, diode) passende instellingen: vermogen, snelheid, DPI, focus en goede afzuiging.
Hoe begin je het beste met lasergraveren?
Start met veilige materialen zoals hout, leer of acryl en maak een testkaart om vermogen, snelheid, DPI en focus te bepalen. Ontwerp in SVG/PDF, kies vector voor snijlijnen en raster voor foto’s, zorg voor afzuiging.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij lasergraveren?
Veelgemaakte fouten: onjuiste focus of vervuilde lens, te hoog vermogen waardoor verbranding optreedt, te lage snelheid met smeltplekken, verkeerd materiaal (zoals PVC!), onvoldoende afzuiging, geen test op reststuk, werkstuk niet fixeren of slecht geconfigureerde DPI.
